De nep narcist

 Er was eens een man die een bepaalde kijk op zichzelf had, zoals de meesten van ons.

Toen hij jong was vond hij dat hij het tamelijk met zichzelf getroffen had. Als het over zijn uiterlijk ging kon hij zeker niet ontevreden zijn. Een prettig ogend gezicht, een rijzige doch niet overdreven lange gestalte, vrij atletisch gebouwd.

De man vond verder van zichzelf dat hij een uitblinker was in het gemiddeld zijn. Niet overdreven slim, sportief of muzikaal. Niet onbeholpen in de keuken maar ook zeker geen culinair wonder. Niet verlegen maar ook geen joviaal figuur die een heel gezelschap met gemak kon vermaken. Een brede interesse maar geen specialist in enige richting. Sociaal, maar zich ook terdege bewust van zijn beperkingen als individu en dus realist.

Als hij zo terugkeek op zijn leven had hij toch wel trekken van een narcist. Hij was nu van gevorderde leeftijd en had nog heel bewust de landing van de eerste mens op de maan meegemaakt. Dat hield in dat hij, wanneer hij in de spiegel keek, een veranderd persoon zag. Hij kon er goed mee leven dat hij minder breed was en dunnere armen had. Hij was de dans ontsprongen als het gaat om gewichtstoename al wilde zijn doorleefde gezicht nadrukkelijk een tweede kin produceren. Zijn handen, waarmee hij het leven in al haar verschijningsvormen zo hartstochtelijk beetgegrepen had, waren knokiger en overtrokken met een rimpeliger vel. Zijn eens zo weelderige haardos was een aanzienlijke hoeveelheid pigment verloren en de haargrens begon inhammen te vertonen.

Langzaam trok het leven zich terug uit dit eens zo welig tierende lichaam.

Toch merkte de man een vreemd verschijnsel op. Als er één lichaamsdeel niet, of in elk geval minder geslachtofferd was aan de tand des tijds, dan was het zijn zitvlak, zo vond hij. Staande onder de douche bekeek hij de curven in de spiegel en vond dat het er naar omstandigheden nog best mee door kon. Het was natuurlijk niet meer die overtuigende spiermassa die het in zijn jonge jaren was, maar toch.. Als hij naar het toilet ging en zijn achterwerk ontblootte, vond hij het geen onaangename sensatie om met beide handen zijn slip over zijn ontblote billen neerwaarts te bewegen. Wanneer hij dan 's nachts naar zijn warme bed terug liep, hield hij vaak genoeg zijn handen op de rondingen van zijn kont, slechts gescheiden van het blote vel door het dunne weefsel van zijn onderbroek.

Zou dit de manier zijn van de natuur om langzaam afscheid te nemen van het eens zo perfecte lichaam? Bij iedereen ging dat natuurlijk anders, maar de man vroeg zich af: zou je dit 'nep narcisme' kunnen noemen? Wel een vreemde plaats om dit gedeelte van het lichaam het langst in stand te houden. De 'uitgang' waar al zó lang het afgewerkte voedsel door ter wereld was gebracht: het 'kernafval' zeg maar. De faeces fabriek.

Zie ik daar een vraagteken opdoemen bij de lezer? Of het bovengenoemde enige autobiografische waarde bevat?

Natuurlijk niet. Aan mij mankeert niets!    

©2016 André Verhagen | Alle rechten voorbehouden
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin